Ziekte
Ziekte en genezing
God geneest. God laat het lijden toe. Soms bevrijdt Hij van ziekte. En soms leidt Hij je er dwars doorheen.
In de webwinkel vind je de boekjes De zin van het lijden en Ziekte en genezing in de Serie pastoraal.
Ondanks ziekte in Christus blijven
Herlinde De Vriese
Jezus geeft rust
Het is nu vijftien jaar geleden dat ik Jezus hoorde roepen om tot Hem te komen. Ik ging een paar maanden naar Bijbelstudies en ik werd meer en meer geboeid door de persoon van Jezus Christus. Ik zocht naar innerlijke rust en vrede. Jezus heeft toen tot mijn hart gesproken. De woorden in Matt. 11:28-30 kregen voor mij een bijzondere betekenis: “Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven; neemt mijn juk op u en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen; want mijn juk is zacht en mijn last is licht.” Jezus zei dat Hij rust geeft en Hij nodigde mij uit om van Hem te leren. Hij is een geduldige Meester die een zacht juk en een lichte last op mijn schouders heeft gelegd. Tijdens de eerste periode na mijn bekering had ik dan ook grote verwachtingen. Ik had een geloof dat bergen kon verzetten. Maar na een aantal jaar leek het alsof ik het vuur voor het Woord van God was kwijtgeraakt.
Vijf jaar geleden werd ik opnieuw getroffen door het Woord dat Jezus had gesproken: “Kom tot mij, Ik zal u rust geven.” Hij sprak mij aan om mijzelf nog meer aan Hem toe te vertrouwen. Ik vroeg mij af hoe het kon dat mijn leven niet altijd door Hem gevuld was. Ik was wel tot Christus gekomen, maar ik was niet altijd in Hem gebleven. Ik wist wel dat Jezus mij had gered, maar er waren vaak zovele zorgen die verhinderden dat ik ook in Hem bleef.
Toen Jezus mij uitnodigde om tot Hem te komen ben ik daarop ingegaan. Nadien verwachtte Hij van mij dat ik in Hem bleef. Ik ging op zoek naar een sleutel die mij de toegang zou geven tot dit geheimenis en kwam bij de gelijkenis van de ware wijnstok in Johannes 15:4,5. Daar staat: “Blijft in Mij, gelijk Ik in u. Evenals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet aan de wijnstok blijft, zo ook gij niet, indien gij in Mij niet blijft. Ik ben de wijnstok, gijzijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen.” Jezus zegt: “Jij bent tot Mij gekomen en nu blijf Ik in jou. Blijf jij nu in Mij.” Dit was de sleutel waar ik naar zocht. Jezus geeft mij de opdracht om in Hem te blijven en ik mag rekenen op de kracht van Zijn Geest en op het licht van Zijn Woord om positief te kunnen antwoorden op zijn gebod: blijft in Mij. Dan komt de zegen.
Wanneer ik mijn leven toevertrouw aan Christus verwacht Hij dat ik dit doe in elk facet van mijn leven. Dit juk is zacht, want op het ogenblik dat ik wil gehoorzamen geeft Hij mij kracht en vreugde om het te doen. En hoe meer ik mezelf aan Hem toevertrouw, des te meer word ik gezegend. God geeft mij het verlangen om bij Hem te schuilen en hier alleen vind ik vrede met God. Hier worden mijn hart en gedachten behoed. Verzekerd met deze genade vind ik kracht voor elk werk, moed voor elke strijd en zegen in elk kruis.
In Christus blijven in mijn zwakheid
Ik ben vaak vergeten dat ik zwak ben. Ik geniet ervan om van hier naar ginder te rennen, maar vorige zomer kwam daar een einde aan. Ik heb drie maanden plat gelegen door een rugletsel, en het rennen kan ik nu wel vergeten. Het komt nooit meer goed. Het heeft mij drie maanden gekost om dit onder ogen te zien. Eigenlijk vind ik het nu nog moeilijk, want ik wil zoveel voor God doen. Nog steeds wil ik mijn zwakheid bestrijden en overwinnen. Ik wil ervan bevrijd worden. Ik klaag over mijn zwakheid en denk dat dit mij verhindert om Gods weg te gaan. Maar God zegt mij dat mijn zwakheid het geheim is voor kracht en welslagen. Het is in mijn zwakheid dat de kracht van Christus wordt geopenbaard. Ik zal dus mijn zwakke lichaam aanvaarden en erop rekenen dat Christus mij de kracht geeft om die dingen te doen die Hij voor mij heeft bestemd. Wanneer ik veel pijn heb kan ik niet veel doen. Maar voor Hem is dat genoeg. Hij verwacht niet dat ik meer doe, en dat helpt om deze situatie te aanvaarden.
Jezus staat klaar om mij voldoende kracht te geven om Hem vandaag te volgen want Hij heeft gezegd: “Mij is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde.” En Hij belooft zijn discipelen dat zij zullen bekleed worden met dezelfde kracht vanuit de hemel (Luc. 24:49). Die kracht stelde hen in staat om getuigen te zijn van hun Heer in woord en daad. Zij konden als heiligen leven omdat de Koning op de troon hun daartoe de kracht gaf. Het Koninkrijk van God kwam naar de wereld niet enkel in woord, maar ook in kracht.
Wat Jezus deed voor de eerste discipelen doet Hij ook voor mij nu. Wat Hij in mij en door mij heen doet, doet Hij met goddelijke kracht (2 Petr. 1:3). Stilaan groeit de zekerheid dat mijn zwakheid zeer belangrijk is. Pas toen ik ten volle ging beseffen hoe zwak ik ben, werd ik mij bewust van Zijn kracht. Jezus neemt mijn zwakke leven niet uit mij weg om Zijn kracht erin te leggen. Hij gebruikt mijn zwakheid zodat ik mij bewust ben van Zijn kracht in mij. Ik heb dan deze schat in een aarden vat, zodat de kracht, die alles te boven gaat, van God is en niet van mij (2 Kor. 4:7). Mijn zwakheid en Zijn kracht gaan hand in hand. Doorheen pijn, een stukje lijden, mag ik leren zeggen: “Jezus, ik kan niet meer. Neemt U het nu van mij over?” En wanneer ik dicht bij Hem blijf, komt Zijn kracht mijn leven binnen. In mijn eenheid met Christus ligt mijn kracht, en in Hem wacht mij een krachtig leven.
Wanneer mijn eenheid met Christus zwak is, zal ook de kracht die van Hem uitgaat gehinderd worden, maar wanneer ik mij verblijd in de eenheid met Christus als het hoogste goed in mijn leven, dan zal Zijn kracht beginnen te werken. Ik wil elk mogelijk moment gebruiken om dicht bij Hem te zijn en alles opofferen om in Hem te blijven. Zoals Mozes zingt: “De HERE is mijn kracht en mijn psalm”, zing ik met Paulus mee: “Ik vermag alle dingen in Hem die mij kracht geeft.” (Ex. 15:2 en Fil. 4:13)
In Christus jaag ik naar heiliging
Nadat onze huisarts de diagnose had gesteld was het duidelijk dat ik een tijd moest liggen. Op dat moment durfde ik niet te vragen: waarom? Ik wist dat God een bedoeling had. Maar ik had nooit gedacht dat Hij mij door deze ervaring heen zou laten zien hoeveel Hij van mij hield, ongeacht wat ik doe. Hij wil mij troosten terwijl ik dicht bij Hem schuil.
Toen ik tot Christus kwam was mijn vreugde groot omdat ik rechtvaardig was verklaard. En toen ging ik hard mijn best doen om overeenkomstig deze rechtvaardigheid te leven. Ik had een verlangen tot heiligheid en ik dacht dat ik moest presteren. Tot ik vooral verleden zomer ging begrijpen dat Christus Zelf mijn heiliging is (Vgl. 1 Kor. 1:30). In Christus Jezus vult God mij met Zijn heiligheid. In Joh. 17:19 zegt onze Heer: “Ik heilig Mijzelf voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid.” Geen andere weg tot heiligheid is mogelijk dan in een geestelijke eenheid met Hem. Door geloof alleen kan ik in Christus blijven. Dit nieuwe leven is geworteld in Jezus Christus en het kan enkel groeien wanneer ik met Christus verbonden blijf.
Zo groeide het vertrouwen in mij dat ik in staat ben om alles te doen wat mijn hemelse Vader van mij verwacht. Ik heb geleerd om op het ziekbed niets te doen voor God. Hij verwachtte toen van mij dat ik bereid was om te schuilen bij Hem en op deze manier kon ik beter de genade begrijpen. In dankbaarheid mag ik nu mijn leven afleggen en het stellen tot een levend heilig en Gode welgevallig offer. Dit is mijn redelijke eredienst (Rom. 12:1). Een heilig leven is geen kramp. Het is een natuurlijk gevolg van het leven van Christus dat groeit in mijn hart.
De rust krijgt vorm in de stilte
Wanneer ik in Christus wil blijven en Hem wil volgen zal ik ook afhankelijk van Hem zijn. Ik kan niets meer uit mezelf doen en wat ik uit eigen kracht doe is zonde. Ik moet leren wachten op datgene wat God in mijn leven bewerkt. Naarmate ik stop om zelf dingen te ondernemen, merk ik dat geloof groeit. God vernieuwt mijn denken, Hij neemt mij mee tot heiliging en maakt mij gevoelig voor Zijn plan in mijn leven. In de stilte herken ik Zijn roepstem. Ik begrijp dat Zijn juk zacht is, dat Zijn last licht is. Het lezen van Gods Woord en het gebed wordt dan een wachten op God. Alleen in deze rust volbrengt de Vader Zijn werk in mijn leven. In deze rust ervaar ik Zijn aanwezigheid.
Gods Woord en gebed leiden tot gehoorzaamheid
Toen ik rust moest houden heb ik veel in de Bijbel gelezen. Het Nieuwe Testament las ik in één keer door en ik viel van de ene verbazing in de andere. Ik dacht na over het in Christus zijn en het in Christus blijven en ik realiseerde mij dat dit geen vrijblijvende zaak is. Ik las Joh. 15:10 waar staat: “Indien gij mijn geboden bewaart, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik de geboden mijns Vaders bewaard heb en blijf in Zijn liefde.”
Er is een verband tussen het houden van Gods geboden en het verblijven in de liefde van Christus. In het leven dat Christus geleefd heeft was gehoorzaamheid een zeer belangrijke realiteit. In de verzoeking heeft Hij nooit Zijn eigen wil gezocht. Het houden van Gods geboden was een prioriteit in Zijn leven (Vgl. Joh. 4:34, 17:4) en op die manier kon Hij in Gods liefde blijven. Christus heeft ons dit voorbeeld van gehoorzaamheid nagelaten. Wanneer Gods Geest door de takken van de wijnstok vloeit kan het leven niet anders geleefd worden dan in de geboden van God.
Als ik in Christus blijf zal ik dus zeer zorgvuldig Zijn geboden bewaren. Zijn geboden bewaren is niet enkel weten waar zij staan in de Bijbel, maar ze schrijven in mijn hart. Ik zal erover nadenken en ze koesteren in gebed. Ik zal mij laten tuchtigen door de Heilige Geest, want Hij onderwijst mij en schrijft zijn wet op de tafels van mijn hart. Zo zal ik in gehoorzaamheid deze geboden houden. Ik zal ernstig in gebed worstelen om rein en onberispelijk voor God te staan. Ik zal erop vertrouwen dat Hij mij elke verborgen zonde in mijn hart laat zien om het krijgsgevangen te maken zodat ik mezelf in harmonie weet met Gods wil. Zo zal ik dag aan dag in vol vertrouwen mij overgeven en gehoorzaam zijn aan alles wat God heeft gesproken. Omdat Gods Geest over mijn leven is uitgestort kan ik vanuit de genade aanspraak maken op Gods liefde om Zijn geboden te kunnen houden.
Naast het Woord is ook het gebed één van de middelen om in Christus te blijven. Het is via gebed dat onze ziel geworteld wordt in Christus. Wanneer ik het Woord lees vraag ik dat mijn ogen verlicht mogen zijn. Het is in gebed dat ik wil wachten totdat God Zijn geheimenissen openbaar maakt. Hoe krachteloos en zwak mijn eerste gebed ook is, ik weet dat ik word gehoord.
In Christus mag ik vrucht dragen
Sinds vorige zomer moet ik alles langzaam doen. Dit is voor mij niet vanzelfsprekend. Ik heb vaak de indruk dat er tweemaal zoveel tijd nodig is om ons huis in orde te houden. Ik kan minder doen dan ik vroeger deed en dat was even wennen. Maar ik heb ontdekt dat er ook een andere kant van de medaille is. Omdat alles langzamer gaat, kan ik beter toezien op mezelf. Ik loop anderen niet zo gauw meer voorbij. En bovenal heb ik nu meer tijd voor God. Wanneer ik nu een middag rust moet houden lees ik in het Woord en dat maakt mij zo dankbaar. De tijd die ik met Jezus doorbreng is tijd die honderdvoudig opbrengt. Het is daar dat ik mijn wensen en verlangens leer ondergeschikt maken aan Gods wil. Het is daar dat ik de Waarheid vind die mij vrijmaakt. Daar onderwijst Gods Geest mij dat ik enkel vrucht kan dragen wanneer ik in Christus ben.
Het is voor Gods Koninkrijk dat ik vruchten draag en niet voor mezelf. De vruchten zijn voor de landman en blijven niet aan de boom hangen. Zij moeten plaats maken voor groei van de takken en voor nieuwe vruchten. Wanneer ik in Christus blijf is datgene wat ik wil bijkomstig. De gedachten en de wil van mijn natuur zijn in gevangenschap genomen en ondergeschikt gemaakt aan de gedachten en verlangens van Christus. Mijn willen en werken is in harmonie gebracht met Hem. De Geest doorzoekt mijn hart en legt elke duistere plek bloot. Zo kunnen eenvoudige wensen en verlangens gezuiverd worden. Zo kan ik vragen wat ik wil en Christus geeft het mij omdat de eer van God het belangrijkste is in mijn leven. Ik zal in Christus naam bidden nadat ik mijzelf volledig aan Hem toevertrouwde, zodat Hij mijn leven kan gebruiken. Het geheim van een gebed van geloof is een leven van geloof, een leven dat verblijft in Christus alleen.
Ik heb gemerkt, wanneer ik in Christus blijf, dat dit mijn grootste vreugde is. In Joh. 15:11 zegt Hij: “Dit heb ik tot u gesproken opdat mijn blijdschap in u zij en uw blijdschap vervuld worde.” Mijn vreugde die ik hier ervaar staat steeds in verband met de wijnstok en met het dragen van vrucht. En dat is enkel mogelijk wanneer ik in Christus blijf. Deze vreugde is het bewijs van Gods liefde in mijn leven en de zegeningen die Hij mij geeft. Het is die vreugde die mij bemoedigt met kracht in mijn ziel (Ps. 138). Op deze manier is geen werk te zwaar en leiden zorgen nooit tot een depressie, want de vreugde geeft mij een diep vertrouwen dat Jezus mij draagt.
Jezus spoort mij aan om Zijn vreugde tot mij te nemen. Ik ben samen met Hem overwinnaar en ik heb door Hem de toegang tot de Vader. Jezus overwon de dood en de zonde zodat die geen heerschappij meer voeren over mijn leven. Er is niets of niemand die het naderen tot de troon van de Vader kan verhinderen. Bij zijn troon wordt mijn hart gevuld met liefde voor de verlorenen. Zijn vreugde is mijn vreugde geworden. God geeft vreugde in wat ik voor Hem doe. En wanneer ik bid komt de Hogepriester in de aanwezigheid van de Vader, en brengt Hij mijn gebeden en verlangens voor de troon van God. Dit neemt twijfel weg en doet mij rusten in Hem. Alleen bij de troon van God vind ik de vreugde van Christus. Dan zal ik mij verheugen in de Here ten allen tijde.
Tedere zorg van de hemelse Vader
Toen de huisarts mij voorzichtig zei: “Je moet zeker 2 weken rusten”, dacht ik onmiddellijk aan alles waar ik mee bezig was, dat moest afgezegd worden. Bovendien moest het huishouden draaiende blijven. Die 2 weken rust was onmogelijk, dacht ik. Maar God heeft zo goed voor ons gezorgd. Drie volle maanden heeft onze gemeente in onze noden voorzien en hierin zagen wij zo duidelijk de zorgende hand van onze liefhebbende Vader.
Ik heb vaak gedacht aan de manier waarop God omgaat met Zijn volk. Hoe Hij dag aan dag het volk Israël van voedsel voorzag. Hij zeide tot Mozes: “Zie, Ik zal voor u brood uit de hemel laten regenen; dan zal het volk uitgaan en verzamelen zoveel als voor elke dag nodig is, opdat Ik het op de proef stelle, of het al dan niet wandelt naar mijn wet.” (Ex. 16:4) Ik mocht leren dat God mij elke dag enkel genoeg genade geeft voor die dag. Het was dom van mij om te zeggen dat ik deze situatie niet zou aankunnen. God gaf mij de kracht om dat wel te kunnen. Door elke dag een stukje zorg te dragen kan ik een vervelende situatie aan. Beetje bij beetje en stap voor stap geeft God mij voldoende kracht. Als ik ‘s avonds ging slapen kon ik zeggen: “Dank U Heer, U hielp mij er doorheen.” Ik moet niet alles overzien. Dat doet God voor mij. Ik mag enkel deze dag de lasten van vandaag dragen en weten dat God mij dag aan dag draagt.
God heeft ons de nacht gegeven om krachten op te doen voor de nieuwe dag. Enkel vandaag is van ons. Morgen behoort onze Vader toe. Alleen vandaag geeft Hij ons de kracht om dicht bij Hem te blijven. Vandaag in geloof leven is de veiligheid voor de toekomst. Wanneer mijn ziel in Zijn aanwezigheid blijft, verdwijnen zorgen voor morgen. Ik wil zo graag greep krijgen op het geheel van mijn leven en daardoor veronachtzaam ik het belang van de kleine momenten van elke dag. En elke dag die ik verlies beïnvloedt de volgende dag. Zo wordt het schuilen bij Christus bemoeilijkt of nog erger, het wordt gestaakt.
Wanneer ik ’s morgens ontwaak zeg ik: “Jezus, dit is een nieuwe dag. Wilt u mij helpen zodat ik dicht bij U kan blijven?” Dit moment is mij zeer kostbaar geworden. Er zijn dagen dat ik opzie tegen dingen die ik die dag moet doen. Toch weet ik dat God mij voldoende manna geeft om alles tot een goed einde te brengen, tot Zijn eer. Deze dag wordt dan een dag die ik krijg om bij Christus te blijven en in Hem te groeien. Dan maakt het niet veel uit of dit een dag is van ziekte, blijdschap, verdriet, ontspanning of hard werken, strijd of overwinning, want ik weet dat het een dag zal zijn waarin ik mij meer verenigd weet met Jezus.
Het doel van de strijd
Tijdens een moeizaam en pijnlijk proces heeft de hemelse Vader mij gesnoeid met een doel: ik mag meer vrucht dragen. Vroeger was het vaak zo dat moeilijkheden mijn vertrouwen in God hebben geschokt. Vaak stond dit mijn schuilen bij Christus in de weg. Ik liep van Hem weg. Nu weet ik dat het belangrijk is om tijdens verdrukking in Christus te blijven. Juist in mijn lijden zal onze hemelse Vader mij dieper inwijden in de liefde van Christus. Wanneer ik ondanks de strijd toch in Christus blijf, begrijp ik iets meer van de vloek die Christus voor mij op Zich nam. Dat doet mij groeien in gelijkvormigheid aan Zijn lijden. De Heilige Geest is de Trooster die mij troostende gedachten geeft van Gods liefde en die mij heilig maakt. Hij brengt mij in een zeer nauwe relatie tot Christus en tot God. Hij leert mij om in Christus te blijven. In Christus wordt het hart van God geopenbaard en grotere troost kan er niet bestaan namelijk te mogen rusten aan het hart van God.
De wijnstok is geplant om zijn vruchten. Andere bomen zijn sierbomen of worden gekweekt om hun hout. De landman vraagt zich voortdurend af hoe deze boom meer vrucht kan dragen, en wanneer Hij snoeit is de kans groot dat de oogst groter is. Wanneer de strijd komt zal ik dus in Christus blijven zodat ik voor mijn Here meer vrucht kan dragen. Overgave aan Christus maakt mij zacht en nederig en open naar mijn naaste. Strijd maakt mij klaar om, net zoals Jezus, te dienen. Wat een zegen om midden in verdrukkingen mezelf te vergeten en te jagen naar het welzijn van anderen.
Zoek meer informatie over rouwverwerking en bemoedigende artikels op de website van Metamorfose.
Eindnoot
Dit getuigenis is mede geïnspireerd door Andrew MURRAY, Abide in Christ (Lakeland, 1968).
Oorspronkelijk verschenen in Tijdschrift voor Theologie en Pastorale Counseling – 6de jaargang, 2de kwartaal 1994, nr. 22, p. 30-34 – © Centrum voor Pastorale Counseling v.z.w.